Welk effect heeft de veranderende zorgwetgeving op bestaande GGZ-locaties?
De gemeente Rotterdam herziet het beleid over de huisvesting van bijzondere doelgroepen. Dit is een direct gevolg van de landelijke hervormingen van de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ). Men werkt toe naar een afbouw van het aantal plaatsen in klinieken. De verantwoordelijkheid komt meer bij de gemeente te liggen.
Doorstroom naar zelfstandig wonen
Zicht op Zorghuisvesting GGZ is een inventarisatie van intramurale accommodaties in Rotterdam. Geestelijke gezondheidszorg kan opgedeeld worden in vier fasen van zorg: klinisch, beschermd wonen (24-uurs toezicht), begeleid wonen en zelfstandig wonen. De overheid streeft naar doorstroom vanuit klinieken via beschermd en begeleid wonen naar zelfstandig wonen (van intramuraal naar extramuraal), om financiële maar ook zorginhoudelijke redenen.
GGZ in Rotterdam
Het wonen en de zorg voor kwetsbare Rotterdammers wordt verleend door vijftien GGZ-aanbieders (peildatum oktober 2014). De aanbieders verschillen in doelgroep (psychosociaal, psychiatrie) en grootte (16 tot 1261 intramurale plaatsen).
In een aantal Rotterdamse wijken is een concentratie van GGZ-accommodaties te zien, met name in Delfshaven en Charlois. Er lijkt een positief verband te zijn tussen het percentage corporatiewoningen en het totaal aantal GGZ-cliënten in een gebied. Zo is in de wijken Charlois en Delfshaven het aantal goedkope sociale huurwoningen het grootst. De kans voor cliënten om in dezelfde wijk van intramuraal naar extramuraal uit te stromen lijkt in deze wijken groter.
Verwachting
De verwachting is dat op korte termijn het aantal locaties voor beschermd wonen in Rotterdam niet direct zal afnemen omdat cliënten uit klinieken toestromen. De locaties voor begeleid wonen zullen de komende jaren een andere vorm aannemen: er zal steeds meer zelfstandige huisvesting komen waar cliënten zorg kunnen ontvangen vanuit een beschermd wonen locatie in de nabije omgeving. Dit vereist dat zorgaanbieders snel kunnen anticiperen op een veranderende zorgvraag van een cliënt en de organisatie van hun huisvesting daar flexibel op aanpassen.
Vervolg
De inventarisatie is op 17 februari jl. gepresenteerd. Hier waren bestuurders van diverse GGZ-aanbieders bij aanwezig. Daarin rees de vraag hoe we met dit onderzoek op gebiedsniveau aan de slag zouden kunnen. Momenteel wordt een gebiedsgerichte pilot vormgegeven in Rotterdam IJsselmonde.