Deze nieuwsbrief in het kort:
- De gemeente wil bewoners actiever betrekken bij de wijkontwikkeling.
- Als burgers en gemeenteambtenaren samenwerken, verloopt dat niet altijd soepel. Er is een spanningsveld tussen de energie in de wijk en de gemeentelijke planningscultuur.
- Ontwerpend onderzoeken blijkt een kansrijke manier om samen aan de stad te werken.
- Maar om daadwerkelijk samen te werken, is een gelijk speelveld belangrijk. Qua positie en qua middelen.
Met Wijk aan Zet wil de gemeente Rotterdam burgers directer betrekken bij wijkontwikkeling. Idealiter krijgen gekozen burgers uit de wijk de leiding, en is de gemeente meer faciliterend. Deze grote ambitie vraagt veel van burgers én van gemeenteambtenaren. Bewoners en andere stakeholders uit de wijk zullen hun wensen en behoeften voor de wijk moeten leren formuleren en verder brengen. Ambtenaren zullen nieuwe vaardigheden moeten ontwikkelen om met burgers samen te werken, en passende bevoegdheden moeten krijgen om een andere rol in stedelijke ontwikkeling te kunnen vervullen.
Veldacademie draagt met actieonderzoek en ontwerpend onderzoek bij aan deze ambitie. We hebben de afgelopen jaren met onze neus bovenop talloze wijkontwikkelingen gestaan waarbij burgers een actieve rol innemen. Wat leert ons dat? Hoe nemen en krijgen burgerinitiatieven de ruimte? Hoe blijven ze betrokken en hoe zorgen we ervoor dat er ook daadwerkelijk wat gebeurt? En welke eisen stelt dat aan het opdrachtgeverschap bij burgers én gemeente?
In deze nieuwsbrief willen we onze ervaringen met burgerparticipatie delen. We laten zien hoe burgerinitiatieven in Rotterdam verlopen. Door voorbeelden uit te lichten beschrijven we hoe burgers de ruimte krijgen en nemen. En hoe ze volgens ons geholpen of belemmerd worden.
MET ONDERZOEK BEWONERS AAN HET STUUR HELPEN
Ontwerpend onderzoek geeft handen en voeten aan bewonersparticipatie
De eerste uitdaging is om bewoners en lokale initiatieven warm te krijgen voor een specifieke opgave. Bij de vernieuwing van pleinen in de Tarwewijk zijn bewoners gaandeweg steeds sterker betrokken geraakt bij de herontwikkeling van de publieke ruimte. De gemeente Rotterdam wilde de pleinen in de stenige Tarwewijk vergroenen en er tegelijk voor zorgen dat bewoners zich meer verbonden voelen met de nieuwe pleinen. Daarom schreven wij in samenwerking met een projectgroep van de gemeente, bewoners en lokale initiatieven uit de wijk een open ontwerpprijsvraag uit waaraan studenten maar ook mensen uit de wijk konden meedoen. Het winnende team werkt nu, samen met ontwerpers van stadsontwikkeling, het pleinontwerp verder uit.
Bewoners en lokale initiatieven zijn ook nauw betrokken bij de uitvoering. Ze kiezen bijvoorbeeld zelf de planten en sluiten zelfbeheercontracten met de gemeente af. De inrichting en belijning van de sportpleinen wordt gedaan door kunstenaars en gymnastiekleraren uit de wijk zodat deze op verschillende manieren gebruikt kunnen worden, bijvoorbeeld als buitengymlocatie én podium. Het is een bijzonder proces waarbij bewoners niet alleen reageren op plannen, maar al bij het vaststellen van behoeftes en programma betrokken kunnen zijn. Door deze vroege inhoudelijke betrokkenheid kun je met elkaar een constructief ontwerpproces doorlopen en bewoners activeren.
Met onderzoek interventies in de openbare ruimte onderbouwen
Als bewoners actief zijn, is het ook belangrijk dat hun plannen goed doordacht gepresenteerd kunnen worden. Een casus in Oud-Charlois laat mooi zien hoe je met onderzoek ideeën van burgers kunt onderbouwen. In Oud-Charlois wilden bewoners de verkeersveiligheid in hun wijk daadkrachtiger aanpakken. Een bewonersinitiatief had ideeën voor veiligere routes in hun straat en bedacht concrete interventies. Voor de gemeente was dit de aanleiding om de verkeersveiligheid in Oud-Charlois breder te onderzoeken: hebben de plannen van deze groep ook draagvlak in de rest van de wijk? En wat zijn de effecten van de gewenste maatregelen? Zijn er op andere plekken in de wijk nog meer knelpunten op het gebied van verkeersveiligheid die in samenhang verbeterd zouden kunnen worden? Veldacademie heeft in overleg met een groep bewoners en de wijkmanager en een verkeerskundige op verschillende manieren onderzoek gedaan onder bewoners uit de wijk. Er was veel respons, uiteindelijk hebben ruim 450 bewoners meegedacht over verkeersveiligheid in de wijk. Op een online portaal is alle inbreng anoniem na te lezen. Op een kaart zie je een overzicht van plekken waar bewoners opmerkingen en ideeën over hebben, en hoe ze die plekken op het gebied van verkeersveiligheid waarderen. Er worden nu interventies bedacht voor de meest genoemde probleempunten en die worden binnenkort getest. Misschien kunnen bewoners zelfs betrokken worden bij het testen en observeren van deze interventies door middel van de app citizen science.
ENERGIE IN DE WIJK EN PROJECTMATIG WERKEN
Wijk wil sneller dan gemeente kan
De casus Oud-Charlois illustreert ook hoe ingewikkeld het kan zijn om de gemeente en de wijk met gelijke snelheid op te laten trekken. De gemeente werkt met langetermijnplannen en een projectcultuur, de wijk wil een dagelijks probleem zo snel mogelijk opgelost zien. De gemeente wil publieke middelen op een efficiënte manier uitgeven en wil de interventies aan laten sluiten bij wat er in de wijk toch al moet gebeuren.
Dat gaat bewonersgroepen in de wijk weer te langzaam: waarom maanden wachten om een verkeersdrempel neer te leggen? Ze willen het ijzer smeden nu het heet is. In overleg met de wijkmanager onderzoekt de Veldacademie daarom of er alvast kleine tijdelijke interventies getest kunnen worden die minder kostenintensief zijn. Dit laat zien dat de bewoners steeds meer invloed proberen uit te oefenen op plannings- en projectenlogica van de gemeente. En dat er wellicht meer ruimte moet komen voor tijdelijke interventies om de twee snelheden bij elkaar te brengen.
Bewoners professionaliseren
Ook bij de ontwikkeling van het Bospolderplein namen bewoners zelf het initiatief. Het Bospolderplein is een plein in de wijk Bospolder, dat net als de pleinen in de Tarwewijk aan een opknapbeurt toe is. Enkele bewoners uit de wijk willen de herinrichting van het plein naar zich toe trekken. Ze trokken diverse professionals aan (architecten, landschapsontwerpers, stedenbouwers) en kregen budget tot hun beschikking om dit project verder vorm te geven. Veldacademie ondersteunde het project door onderzoek te doen naar wat (andere) buurtbewoners wilden met het plein. Daaruit bleek dat lang niet alle buurtbewoners het plein om dezelfde redenen waarderen en er hetzelfde mee willen. Zo ontstond een plan om functies toe te voegen aan het plein, zodat meer mensen er plezier van hebben.
Een interessante ontwikkeling bij het Bospolderplein was dat bewoners vonden dat zij net als de professionals betaald moesten krijgen voor hun inspanningen, terwijl het budget voor een groot deel bedoeld was om het ontwikkelproces te professionaliseren. Het Bospolderplein is een groot en kostenintensief project voor de gemeente en daarbij kom je snel in de spagaat: geef je bewoners de ruimte, met de kans dat het geld niet helemaal volgens de regels wordt uitgegeven, of professionaliseer je het proces, met het risico dat bewoners afhaken? En moet je bewoners wel betalen als ze zich inzetten voor hun woonomgeving of het publieke belang?
IMPLICATIES VOOR DE GEMEENTE
Denken vanuit de opgave
De voorbeelden hierboven laten zien dat burgerparticipatie de gemeente voor nieuwe uitdagingen stelt. Er zijn in elk geval andere vaardigheden nodig om samen te werken. Het helpt daarbij om vanuit de wijk, of liever nog: vanuit de opgave te denken. Daarom geven we al een paar jaar de training Integrale Strategievorming voor professionals betrokken bij stedelijke ontwikkeling. We werken met gemeentelijke professionals van verschillende afdelingen en disciplines aan één opgave en er is veel ruimte om te werken aan een gezamenlijke opgavebeschrijving. We merken dat professionals geneigd zijn vanuit de eigen beleidsdoelen of de eigen afdeling naar een probleem te kijken. Door met mensen met verschillende achtergronden naar dezelfde opgave te kijken, lukt het om tot integrale oplossingen te komen. Barrières en impliciete veronderstellingen komen makkelijker aan het licht en dan kun je het meteen bespreken. Je gaat op zoek naar een gedeeld begrip van de opgave, met alle relevante perspectieven in beeld.
Gelijk speelveld en gedeelde waarden
Het afgelopen jaar hebben we geëxperimenteerd met samenwerkingsvormen waarbij gemeentelijke professionals, private partijen, maatschappelijke organisaties en burgers samenwerken. In het traject Ontwerpend Ontwikkelen onderzoeken we hoe we rondom de herontwikkeling en vervanging van maatschappelijk vastgoed tot een gedeelde set van publieke waarden kunnen komen, waarbij professionals en niet-professionals een gelijke inbreng hebben. Iedereen licht toe vanuit welke rol en positie hij of zij bij de opgave betrokken is. Dat kan een gemeentelijke opdracht zijn (ambtenaar), een wijkbelang (bewoner) of het belang van goed onderwijs (schooldirecteur). Een gesprek over publieke waarden in relatie tot de opgave blijkt goed te werken om het gesprek aan te zwengelen over wat het grotere, gedeelde belang is en wat nu de belangrijkste waarden zijn voor een plek. Zo dreven waarden als ‘verbondenheid’, ‘sociale interactie’ en ‘beweging’ naar boven voor de herontwikkeling van een cluster voor maatschappelijke voorzieningen. Dit zijn nog best ‘vage’ begrippen maar daarom ook geschikt als vertrekpunt voor een gezamenlijke opgave. Het is in het vervolg wel belangrijk om deze waarden te concretiseren. Betekent verbondenheid een goede OV-verbinding? Contact met andere mensen? Meer groene wandelroutes?
Flexibiliteit nodig voor actie
Burgers blijken in de pilotprojecten van het traject ‘Ontwerpend Ontwikkelen’ overigens prima in staat boven hun eigen belang en persoonlijke waarden uit te stijgen en met randvoorwaarden om te gaan. Voor ambtenaren blijkt het soms lastig om de eigen rol te overstijgen. Die kunnen gevangen zitten in een planning met beperkte uren, met starre collega’s te maken krijgen of het proces toch niet helemaal serieus nemen. Toch helpt het om de opgave helemaal vrij te formuleren wil je komen tot innovatieve oplossingen die goed aansluiten bij de behoeftes rondom de plek.
Echt aan het roer
We sluiten deze nieuwsbrief af in Rotterdam-West. In het onderzoek naar netwerkvorming in Merwe4Haven zien we hoe het Keilepand in Merwe-Vierhavens een broedplaats wordt voor nieuwe gemeenschapsvorming. De aankoop van het pand door ondernemers uit het gebied heeft daar een belangrijke rol bij gespeeld. Vastgoed geeft letterlijk vaste grond onder de voeten! En om de hoek, in de wijken Bospolder-Tussendijken staan sinds enkele jaren mensen van de wijk echt aan het roer van de wijkontwikkeling. Als betaalde projectleiders geven ze acht uur per week uitvoering aan het project Veerkrachtig BoTu 2028. Het is een spannend proces dat we de komende jaren goed zullen blijven volgen.