Drie jaar plannen maken door een enthousiaste groep bewoners in samenwerking met Deelgemeente en organisaties onder begeleiding van de Veldacademie. Het Gouwplein moest beter worden, maar concrete doelen waren er nog niet, laat staan budget. Hoe valt een dergelijk ‘open proces’ te evalueren en hoe kan men hier lering uit trekken? Ondanks dat er hiervoor geen hapklare modellen beschikbaar waren is bestuurskundestudent Daniël Otterspeer er toch in geslaagd. Maandag 19 november j.l. heeft Daniël zijn scriptie overhandigd aan het dagelijks bestuur van Deelgemeente Charlois.
Voor de deelgemeente is de Gouwpleinontwikkeling een experiment om te onderzoeken hoe men op een betere manier met bewoners de buitenruimte kan inrichten en beheren. Om goed van dit experiment te kunnen leren heeft Deelgemeente Charlois Daniël gevraagd om het proces vanuit bestuurskundig perspectief te evalueren. Dit als opgave voor zijn afstudeerstage aan de Veldacademie. Onderdeel van zijn studie betrof het doornemen van de correspondentie van de afgelopen drie jaar en een reeks interviews met alle (oud)betrokkenen.
De eerste vraag die beantwoord moest worden ging over de aard van het proces. Gaat het om een burgerinitiatief of is het een variatie op een participatieproces? Uit de analyse blijkt dat het gaat om het eerste. Niet de deelgemeente nam het initiatief, maar het kwam voort uit de nadrukkelijke wens van een groep actieve bewoners. De bestuurders Ed Goverde en Theo Coşkun kregen daarom een compliment vanwege het aannemen van een faciliterende houding tegenover de werkgroep. Toch ging niet alles gemakkelijk. Het is binnen de ambtelijke organisatie nog altijd lastig om inspanning te leveren op vraag van bewoners. Er is vaak weinig dekking van leidinggevenden of soms kan men simpelweg de uren voor een bewonersbijeenkomst niet registreren. Op hun beurt vonden betrokken ambtenaren dat burgers [D1] vragen beter moeten formuleren, omdat ze vaak voor verwarring zorgen binnen de organisatie. Het blijkt dan ook een complexe opgave voor de procesbegeleider om vragen dusdanig te bundelen en te vertolken dat een goede communicatie tussen bewoners en gemeente mogelijk is.
Desondanks wordt het proces tot nu toe als een groot succes gewaardeerd, vooral omdat er veel ‘doelvervlechting’ optrad. Dat betekent dat er vanuit een blanco uitgangssituatie vooraf onduidelijke doelen samenkomen en tot één uitkomst leiden. Zo is de speeltuin er gekomen om de plek mooier in te richten, om vuil en overlast tegen te gaan, maar natuurlijk ook om kinderen uit de wijk een leuke speelplaats te bieden. Drie, misschien wel vier, vliegen in één klap, aangezien het ook laat zien dat op deze manier de energie van bewoners echt tot verbetering van de wijk kan leiden.
Met een studie naar gelijkaardige projecten werpt Daniël ook nog een blik in de toekomst. Hoe kan het Gouwplein zich verder ontwikkelen in beheer en onderhoud? Daarmee biedt hij diverse handvatten voor de toekomst van dit proces en processen die volgen. Alle conclusies en aanbevelingen staan beschreven in het rapport “Gouwplein” dat te vinden is op deze website. Wij gaan ervan uit dat de uitkomsten van deze studie een waardevolle bijdrage zullen leveren aan toekomstige projecten.