Ouderen blijven steeds langer zelfstandig thuis wonen. Verzorgingshuizen lijden daarbij onder een stoffig imago, als overblijfselen van een verdwijnende verzorgingsstaat. Maar welke rol spelen ze als ontmoetingsplaats voor de wijk? En kunnen ze transformeren tot eigentijdse woonvormen voor zelfstandige senioren? Deze vragen staan centraal in de publicatie Wonen Zonder Zorg(en)? die 10 mei werd opgeleverd. Veldacademie organiseerde een kennisbijeenkomst voor professionals én bewoners waarin de vragen en bevindingen ter discussie werden gesteld.
Dinsdag 10 mei was de aftrap van een serie actieve kennisbijeenkomsten ter voorbereiding van de leerlijn Gebiedsgericht samenwerken aan langer thuis. Tijdens de startbijeenkomst in zorgcentrum Atrium hebben we verkend wat de betekenis kan zijn van zorghuisvesting voor het zelfstandig wonen van ouderen. Er waren meer dan tachtig mensen van verschillende organisaties aanwezig, dit zorgde voor een levendige discussie.
De ontwikkelingen rondom wonen en zorg hebben op veel verschillende partijen betrekking. Veldacademie is de afgelopen jaren op meerdere schaalniveaus betrokken geweest in het faciliteren van de samenwerking door het organiseren van een gemeenschappelijke kennispositie. Daarbij brengen we het perspectief vanuit de wijk in door in gesprek te gaan met bewoners en verkennen onze studenten nieuwe mogelijkheden en invalshoeken. In de publicatie Wonen Zonder Zorg(en) zijn de bevindingen van de afgelopen jaren samengebracht. Door de woonwensen van ouderen te projecteren op bestaande zorggebouwen wordt direct helder waar de schoen wringt. Maar tegelijkertijd wordt duidelijk dat allerlei aspecten van deze locaties, zoals de nabijheid van zorg, voorzieningen en activiteiten, nog steeds van belang zijn voor zelfstandig wonende ouderen.
Transformatie
De bijeenkomst startte daarom met een vijftal pitches, die elk een andere blik wierpen op het verzorgingshuis. Minke Walda en Ellen Smit lieten zien dat het bouwen voor ouderen een culturele opgave is die veel breder is dan de woning alleen. Voorbeelden en ideeën uit het verleden kunnen bijdragen aan begrip van deze opgave. Boudewien van den Berg liet middels een fotoserie zien dat verzorgingshuizen vaak als efficiënte en controleerbare werkomgeving zijn ingericht en niet aansluiten op de beleving van mensen. Volgens architect Jef van den Putte moet er dan ook heel wat gebeuren om verzorgingshuizen om te vormen tot zelfstandige huisvesting. Dé senior bestaat niet, dus zijn er verschillende woonvormen en vormen van participatie van bewoners nodig, benadrukte Penny Senior van Aedes-Actiz. En Pieter Graaff, onderzoeker bij Veldacademie, liet zien dat de aangekondigde sluiting van verzorgingshuizen lijkt mee te vallen: veel verzorgingshuizen worden verpleeghuizen, waarbij de betekenis van de locaties voor de wijk van belang kan zijn.
Ontmoeten
Deze wisselwerking tussen tehuis en wijk is niet zo vanzelfsprekend als het lijkt. Promovendus Ludo Glimmerveen trapte de discussie af met de metafoor van Chinese muren die om zorginstellingen zouden staan. De samenwerking tussen zorgprofessionals en vrijwilligers blijft, ondanks de goede bedoelingen, een uitdaging waarbij die muren keer op keer weer opduiken.
Het merendeel van de aanwezigen ziet een verzorgingshuis als een geschikte ontmoetingsplek voor de hele wijk. Er zijn voorbeelden die dat bevestigen, maar gastheer Aad de Kool van Lelie Zorggroep gaf aan dat de diversiteit van een tehuis ook afhangt van de omringende wijk. Soms lukt het niet om een goede ontmoetingsplek te creëren, dan moeten we niet stug door blijven gaan. Het ontwikkelen van een ontmoetingsplek vergt wel een omslag in het denken bij bewoners en bezoekers van het verzorgingshuis: dat het verzorgingshuis er voor iedereen is.
Stoffig imago
Er werd gediscussieerd over een aantal prikkelende stellingen, zoals: “Het imago van verzorgingshuizen staat elke vorm van transformatie naar eigentijds zelfstandig wonen in de weg”. Maar dat imago blijft in stand zolang we vanuit leeftijd redeneren, was de reactie vanuit de zaal. Niet leeftijd bepaalt dat iemand andere woonwensen krijgt, maar de zorgbehoefte.
De meeste aanwezigen vinden dat er in de huidige overheidsplannen onvoldoende rekening gehouden is met de toekomst. De meningen liepen uiteen van ‘slopen die verzorgingshuizen, we moeten bouwen voor de wensen van de ouderen nu’ tot ‘een verzorgingshuis biedt uitkomst voor zelfstandig wonende ouderen als de druk op mantelzorgers te groot wordt’.
Het verdwijnen van verzorgingshuizen gaat niet zo snel als voorspeld. De meeste gaan verder als verpleeghuis. De vraag wat zij betekenen voor de buurt blijft daarmee relevant, waarbij het imago van invloed is. In de komende bijeenkomsten wordt dit verder verdiept.
De middag werd afgesloten met de oplevering van het boek Wonen zonder zorgen. Dit onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met Jef van den Putte en Boudewien van den Berg dankzij een financiering van het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie. De volgende kennisbijeenkomst zal plaatsvinden op het congres ‘Building the future of health’ in Groningen.