Nieuws

Veldacademie bezoekt Wenen

 

Wenen staat bekend als ’s werelds meest leefbare stad (Mercer Studie) en als de ‘grootste huisbaas van Europa’ (slechts 12% van de Weners is zelf eigenaar van een woning). We kennen de stad van haar parken en paleizen, maar daarbuiten kent het de uitdagingen waar elke grote stad voor staat. Wat kan Rotterdam leren van de wijze waarop Wenen hier mee omgaat? Onder leiding van onze afstudeerders van de TU Delft bezochten we verschillende organisaties in de stad.

 

Soft Urban Renewal. Zo noemt Wenen de werkwijze waarop stedelijke vernieuwing sinds de jaren ‘70 wordt uitgevoerd. Kleinschalig en decentraal worden de verschillende wijken stuk voor stuk vernieuwd en geüpgraded. De aanpak moet leiden tot betaalbare woningen en een verhoogde leefkwaliteit die in samenwerking met bewoners en ondernemers wordt bereikt. Verschillende organisaties in de stad geven hier invulling aan. We spreken er een aantal en bezoeken recente projecten die het resultaat zijn van deze werkwijze.

 

GB-stern

We beginnen onze reis in het stadhuis, waar we worden ontvangen door Wolfgang Stempfer van Gebietsbetreuung Stadterneuerung, kortweg GB*. Met zijn driekoppig team coördineert hij de werkzaamheden van bureaus in de verschillende districten en houdt hij contact met het stadsbestuur. De decentrale bureaus werken aan stedelijke vernieuwingsprojecten in de verschillende buurten van de stad. De gemeente huurt daar hoekpanden en doet een aanbesteding voor lokale partijen om deze te bemannen.

Private coalities van bijvoorbeeld ontwerpbureaus, welzijnswerkers en juridische hulpverlening (huurrecht) doen een aanbesteding voor vier jaar die verlengd kan worden tot acht jaar, waarna opnieuw wordt aanbesteed. Doel is middels aanwezigheid in de wijken de leefbaarheid te verbeteren en kleine ruimtelijke ingrepen te realiseren in nauwe samenwerking met bewoners, ondernemers en eigenaren. Zo probeert elk bureau integraal te werken aan een leefbare stad. Het trekt interdisciplinaire teams aan die maatwerk kunnen leveren in de haarvaten van de wijk.


Angela Salchegger, medewerker van het GB* bureau in het 17e district, neemt ons mee door ‘haar’ wijk om een beter beeld te krijgen van de lokale werkzaamheden en behaalde successen. Een belangrijk project waar het 17e district nu al een tijd aan werkt zijn kleine openbare ruimtes in de wijk. Wenen is een dichtbevolkte stad en het bevolkingsaantal groeit nog steeds. Hierdoor raakt de openbare ruimte in verdringing. Angela Salchegger wees verschillende plekken aan waar ruimte was gecreëerd voor bankjes en bomen. Ogenschijnlijk kleine ingrepen die om veel creativiteit en afstemming vragen.

GB* en Veldacademie hebben overeenkomsten en verschillen in organisatie structuur en opzet. Beide organisaties zijn deels onderdeel van de gemeentelijke structuur. GB* signaleert behoeften in de wijk en onderneemt concrete acties om bewoners te ondersteunen en de wijk te verbeteren. Veldacademie werkt meer vanuit een maatschappelijke vraagstelling en onderzoekt door consultatie van bewoners en andere actoren wat ervoor nodig is om deze op te lossen.

 

LA21

Op donderdagmiddag ontvangt Ulli Böhm ons op het hoofdkantoor van LA21. De Lokale Agenda 21 werkt al 15 jaar samen met bewoners aan een duurzame stad. LA21 beschouwt de bewoners als professionals en werkt vanuit die hoedanigheid aan een sociaal inclusieve samenleving. Democratische processen en participatie vormen een belangrijk onderdeel van het werk.

 

Het project GRÄTZLOASE is een sprekend voorbeeld van de werkwijze van LA21. Dit project moedigt bewoners aan om eigen inbreng en ideeën over de wijk en stad te realiseren. Vanuit de visie dat de openbare ruimte van iedereen is, mag iedereen een project voorstel indienen voor het tijdelijk gebruik van de openbare ruimte. Het project laat zien dat de open plekken in de stad op veel verschillende manieren gebruikt kunnen worden. Projectleider Annelies Larcher vertelt hoe zij de verschillende projecten mogelijk maakt.

 

Samen met Annelies Larcher en Ulli Böhm lopen we vervolgens een ronde door de wijk en sluiten af bij de Kühnplatz. Een plein midden in de stad dat door zelfstandig wonende ouderen wordt geprogrammeerd. Op dit moment staat er een kerststal die samen met kinderen van basisscholen in de omgeving is gemaakt.


Bildungscampus Sonnwendviertel

Aansluitend spoeden we ons tegen zonsondergang naar de gloednieuwe Bildungscampus, een verzameling van drie schooltypen en verschillende (sport)faciliteiten in één gebouw. Het complex is gebouwd op een voormalig rangeerterrein dat de scheiding vormde tussen een achterstandswijk en een nieuwe stadswijk. Omdat het schoolsysteem in Wenen geografisch georganiseerd is (je moet als kind naar de basisschool die het dichtst bij je huis is), speelt de positionering van het complex een strategische rol in het samenbrengen van verschillende bevolkingsgroepen.

 

We kregen een rondleiding van Christian Wegerer van PPAG architects. Hij kreeg de opdracht voor het project niet op basis van architectuur, maar visie. Aan de hand van een denkbeeldig kind vertelde hij in de aanbesteding wat de invloed was van de school op het leren en (samen)leven van het kind. Als opdrachtgever en ontwerper elkaar vinden in zo’n verhaal, kan innovatie ontstaan. Ook vertelde de architect dat hij de controle kreeg over het totale bouwbudget. Daardoor kon een gebouw wat er duur uitziet toch binnen het budget gerealiseerd worden.

 

Het scholencomplex is georganiseerd als campus, waarbij het leren zowel in de klas als buiten en op de gangen kan plaatsvinden en veel visueel contact is tussen de verschillende ruimten. Lokalen kunnen bovendien aan elkaar geschakeld worden. Dit flexibele gebruik zet zich door tot op de schaal van de speciaal ontworpen tafels.

Ook op het gebied van afwerking en veiligheid is men terughoudend geweest. Zware deuren waar je vingers tussen kunnen komen, stopcontacten op kruiphoogte en onafgewerkt beton, staal, hout en gips zijn allemaal onderdeel van de pedagogische visie. De school als onderdeel van de stad en het gebouw niet alleen als plek om te leren, maar ook als omgeving om van te leren.

 

Mehrfach- und Zwischennutzung

Op vrijdagochtend starten we weer bij de gemeente, ditmaal bij de dienst stedenbouw. Marlies Fellinger en Jutte Kleedorfer ontvangen ons. De excentrieke Kleedorfer is een begrip in de stad en zet zich sinds 1998 in om de wensen van jongere bewoners te ondersteunen vanuit de gemeente. De laatste jaren is er daarbij een verschuiving ontstaan van jeugddoelen naar ook creatieve en kunstzinnige doeleinden. Tijdelijk en meervoudig gebruik van semi-openbare ruimte vormt daarbij de rode draad. (School)pleinen, leegstaande gebouwen en parkeergarages krijgen hierdoor een nieuwe betekenis.


Speerpunt van de organisatie is dat de ideeën en projecten vaak voortkomen vanuit de gebruikers zelf. Vaak zijn het illegale situaties die door de juiste papieren te regelen en te onderhandelen met eigenaars vervolgens legaal gemaakt en verbeterd kunnen worden.

 

Stumpergasse

Vrijdagmiddag worden we ontvangen bij één van de ‘obergeschoss’ondernemers in de Stumpergasse, een middelgrote straat in het centrum van Wenen. Initiatiefnemer Daniela Krautsack licht ons middels een presentatie toe wat de bedoeling van hun project is, dat als pilot werd gefinancierd door de kamer van koophandel.


In de straat zijn ongeveer 100 ondernemers gevestigd, waarvan de meeste aan huis werken op een bovenverdieping. De creatieve industrie is hier sterk vertegenwoordigd: grafisch ontwerpers, tekstschrijvers, programmeurs, architecten. Veel ondernemers zijn van samenwerking afhankelijk om een goed project op te leveren, maar weten niet dat twee deuren verder iemand zit die iets voor ze kan betekenen. Daniele Krautsack kwam met het idee om de zichtbaarheid van deze ondernemers te vergroten en samenwerking te stimuleren.


Door middel van interviews, netwerkbijeenkomsten en reclamecampagnes worden de ondernemers deel van een gezamenlijk merk en krijgt de straat een nieuwe identiteit. In overleg met eigenaren zijn leegstaande ruimten op de begane grond gezamenlijk geprogrammeerd en wordt verder nagedacht over het vergroten van de zichtbaarheid van de ondernemingen. Hierdoor krijgt lokale samenwerking vorm en dragen eenmanszaken die normaal aan het zicht onttrokken zijn, bij aan de identiteit en aantrekkingskracht van de straat.


Kempelengasse, onze overnachting

Gedurende ons bezoek aan Wenen waren we te gast bij HAWI aan de Kempelengasse. Een bijzonder woonproject in het voormalig Siemens hoofdkantoor, waar studenten en vluchtelingen gemengd wonen. We logeerden te midden van de bewoners, die elk een uniek verhaal hadden. De uitwisseling van verhalen en gerechten tussen bewoners onderling, studenten en vluchtelingen, is deel van het “thuis voelen” en daarmee van het integratieproces.


In september hebben onze studenten tijdens een vijfdaagse workshop al mee ontworpen aan de inrichting van de HAWI. Voor de gemeenschappelijke ruimten zijn meubels ontworpen om ontmoeting te faciliteren. Studenten van de TU Berlin hebben samen met de bewoners (deels vluchtelingen) die voorstellen uitgewerkt en gebouwd. Het was bijzonder de gerealiseerde ontwerpen te gebruiken.

 

Tijdens ons verblijf ontstond het idee om in de keuken een “praatmuur” te maken; een wand met symbolen en cultuuruitingen uit de hele wereld. De symbolen zijn gegroepeerd rondom een wereldkaart, waarop iedereen zijn of haar afkomst kan aangeven.

 

Soft Urban Renewal

Wenen mag dan de grootste huisbaas van Europa zijn, bij de projecten en organisaties die we hebben bezocht leerden we dat de stad juist goed is in het faciliteren en aanwakkeren van eigen initiatief. Op heel uiteenlopende gebieden zagen we hoe lokale ideeën en wensen leidend werden gebruikt om de stad te programmeren, inrichten en vernieuwen. Daarbij opereerden hybride organisaties op het raakvlak van beleid, privaat initiatief en welzijn, met meerwaarde voor de stad als geheel. Inspirerend om op terug te grijpen bij de opgaven waar Rotterdam en andere Resilient Cities voor staan.