Ymkje is afgestudeerd met een master in Grootstedelijke Vraagstukken en Beleid (EUR) en Sophie zit in de laatste fase van haar master Voeding en Gezondheid (WUR). Ymkje en Sophie lopen stage bij Veldacademie en werken samen aan het project ‘Gezond in Beverwaard’. Zij bezochten op vrijdag 8 november het Stadmakerscongres en schreven een blog voor Veldacademie.
Het stadmakerscongres
Het Stadmakerscongres is een werkplaats waar nagedacht wordt over vitale verbindingen tussen ruimtelijke en maatschappelijke stadsontwikkelingen. De toekomst van de compacte stad en concrete kansen en uitdagingen voor buurten, gebieden en plekken behoren tot de thema’s voor het stadmaken. Iedereen die zich verbonden en betrokken voelt bij de stad, kan vanuit eigen deskundigheid een bijdrage leveren. Dit maakt het Stadmakerscongres een verzamelplaats van een breed en gevarieerd publiek.
Goede groei
Na een vroege, koude fietstocht naar Theater Rotterdam en ons herkenbare Veldacademie shirt te hebben aangetrokken, gingen we met onze medestagiaires naar de grote zaal voor de opening. We wisten eigenlijk niet wat we moesten verwachten van de dag. Tijdens de opening vertelde Bas van der Pol, directeur van AIR, dat er nooit een echt thema voor het congres is, maar dat er deze editie veel gesproken zou worden over de groei van Rotterdam. Vanuit onze studies zijn we gewend om te focussen op het sociale vlak en na te denken over de behoefte van mensen. In de context van het Stadmakerscongres gaat dit over de inwoners van de stad Rotterdam die groeit. Bij groei en verbetering dachten we meteen aan het begrip ‘gentrificatie’. Gentrificatie is een proces waarbij de buurt wordt verbeterd en meer kapitaalkrachtigere bewoners naar een buurt worden getrokken. Dit heeft niet altijd een positief effect, want oorspronkelijke bewoners worden verdreven door de stijgende huizenprijzen en daardoor verandert het karakter van een buurt. Het voedselaanbod wordt bijvoorbeeld ‘verhipt’. Dit aanbod sluit niet aan bij de gewoontes van oorspronkelijke bewoners, waardoor zij zich minder thuis voelen in hun eigen buurt. Vandaar dat het thema ‘groei’ ons in eerste instantie zorgen baarde. Deze zorg werd gedurende de opening verkleind: de sprekers beseffen dat groei en verbetering ook zorgt voor toenemende prijzen, wat niet altijd het beoogde resultaat in een buurt oplevert. Er werd benadrukt dat groei niet alleen betekent dat er meer huizen gebouwd moeten worden, maar dat er ook gefocust moet worden op het mee laten lopen van de persoonlijke ontwikkeling van bewoners met de stad.
The Big Five
Wat veel terugkwam deze dag waren de woorden ‘The Big Five’, welke symbool staan voor deze ‘goede groei’. Het was die dag de lancering van ‘The Big Five’ en deze term werd gebruikt alsof iedereen op de hoogte was van deze magische ‘Big Five’. Maar wij, niet direct betrokken bij de gebiedsontwikkeling van Rotterdam, vroegen ons sterk af wat neushoorns en olifanten te maken hebben met stadsontwikkeling. Later die dag stuitten we in de hal op de posters van ‘The Big Five’: vijf gebieden waarop gefocust wordt tijdens de groei van Rotterdam: Alexanderknoop, Hofbogen, Parkmaashaven, Schouwburgplein en de Groene Long (de connectie tussen Hofplein, Coolsingel en Westblaak(park)). Wat ons opviel is dat deze vijf gebieden, in onze ogen, vrij klein zijn en niet de eerste prioriteit hoeven te krijgen in stads ontwikkelingsplannen. De projecten binnen de Veldacademie zijn vaak ook kleinschalig, zo focussen wij in ons project ‘Gezond in Beverwaard’ op één buurt waar we een positieve verandering willen bewerkstelligen. Wij hadden verwacht dat de gemeente van een grote stad als Rotterdam toch zou focussen op een groter gebied wanneer het gaat om ‘groei’. Bijvoorbeeld op Zuid waar Beverwaard gelegen is, waar wij denken dat nog veel ‘goede groei’ te behalen valt op het gebied van gezondheid, sociale cohesie en gebiedsontwikkeling. Door de dag heen kwamen we erachter dat naast ‘The Big Five’, waar vooral vanuit de gemeente aan gewerkt wordt, er veel initiatieven zijn om buurten of gebieden in Rotterdam te verbeteren en klaar te stomen voor de voorspelde groei.
‘Rotterdam, mooie stad ‘achter de dijken’’
We werden enthousiast van de lezing ‘Perspectief Op Zuid’ van Francine Houben. Niet alleen omdat de Veldacademie op Zuid gelegen is, en Sophie op Zuid woont, maar ook omdat dit een voorbeeld is van een initiatief buiten ‘The Big Five’ om. Francine Houben is initiatiefneemster van een uitgebreid ontwikkelingsplan voor Zuid. Het is een integraal plan waarin de kansen op Zuid worden benut door dijken als verbindende factor te laten werken en onderwijs, economie en landschap te combineren. In ons project ligt de focus op het verbeteren van de gezondheid van schoolkinderen en we waren blij verrast om te horen over de plannen voor het mooie park dat Zuid met de rest van Rotterdam zou kunnen verbinden. Vooral de term ‘mixed use’ sprak ons aan: niet alleen zal het park dienen als een fysieke verbinding, maar ook als verbinding tussen inwoners. Het park zal de dijken tussen wijken ‘weghalen’ en plaats bieden voor ontmoeting en sport. Door ons project zijn wij ons bewust van het feit dat veel kinderen op Zuid niet de mogelijkheid hebben een sport te beoefenen door bijvoorbeeld de economische positie van hun ouders. Dit park met sportvelden zou een mooie uitkomst kunnen bieden om de kinderen van Zuid meer in beweging te krijgen. Door de openbare faciliteiten in de buurt kunnen kinderen tijdens en na schooltijd sporten, ongeacht de financiële situatie thuis.
Stadmakers
Rondkijkend naar het publiek van het Stadmakerscongres zagen wij veel mensen die ouder waren dan wij en veelal donker gekleed waren. Een medestagiair wist te vertellen dat het vaak architecten zijn die in het zwart gekleed door het leven gaan. Wij vroegen ons toen af als deelnemers aan het congres: ‘Zijn wij ook stadmakers?’. Het antwoord hierop kwam in de lezing ‘Buurten in transitie: Experimenten in stadmaken’, waarin Ester Wienese aan het woord kwam. Ze is auteur van het Rotterdamse Dakenboek, een informatief en inspirerend boek. Geïnspireerd door de het thema multifunctionele daken zet Esther zich als echte ‘dakendiva’ in voor het optimaal benutten van platte daken. Ze werkt samen met ‘Rooftop Revolution’, dat streeft naar meer groene, gele, blauwe en rooie daken. Een groen dak staat voor meer natuur, geel voor het opwekken van energie, een blauw dak voor watermanagement en met een rood dak worden vierkante meters in oppervlakte gewonnen. In samenwerking met de overheid en bewoners willen zij zo veel mogelijk multifunctionele daken realiseren. Esther vertelde vol passie en enthousiasme en heeft ons laten inzien dat iedereen, op welke manier dan ook, een stadmaker kan zijn of worden.