Borgsate is een verzorgingshuis met ongeveer 160 bewoners. Het is in 1965 gebouwd als bejaardencentrum voor de huisvesting en verzorging van protestants-christelijke ouderen. Met een capaciteit van 330 plaatsen was Borgsate één van de grootste centra van Nederland. In 1982 heeft een verbouwing plaatsgevonden waarbij woningen zijn samengevoegd. Borgsate kenmerkt zich tot op de dag van vandaag door een grote buurtbetrokkenheid: de meeste bewoners zijn afkomstig uit Schiebroek en circa honderdvijftig omwonenden zijn er als vrijwilliger actief.
Veranderingen
Borgsate heroriënteert zich op het woningaanbod. Circa twee derde van de bewoners heeft een indicatie van zorgzwaartepakket 4 of lager, lichte zorg die ook extramuraal (bijvoorbeeld thuis) aangeboden kan worden. De overheid vergoedt de woonkosten van deze groep niet meer. Dit betekent dat toekomstige bewoners met een lichte zorgvraag de huur voor hun wooneenheid in Borgsate zelf moeten gaan betalen. Bouwkundig en juridisch is het met kleine aanpassingen mogelijk deze wooneenheden regulier te verhuren. Maar omdat er veel woonalternatieven in de buurt zijn is het twijfelachtig of er voldoende vraag zal zijn naar de eenkamerwoningen. Laurens richt zich daarom de komende vijf jaar op het huisvesten van bewoners met een indicatie voor psychogeriatrische zorg in de hoogbouw.
Context
Laurens huurt het hele pand van corporatie SOR, die tevens eigenaar is van de naastgelegen seniorencomplexen Meyburg en Borghave. In de drie complexen wonen in totaal zo’n vijfhonderd senioren. De SOR gaat kamers in de laagbouw verbouwen en samenvoegen tot zelfstandige meerkamerappartementen voor de reguliere verhuur.
Het beheer van de tweeduizend vierkante meter grote plint van het gebouw is daarmee niet langer een vanzelfsprekende taak voor Laurens. Het aanbod in de plint van Borgsate is immers niet alleen van belang voor de aantrekkelijkheid van Borgsate zelf, maar ook voor de verhuurbaarheid van de omliggende seniorencomplexen.
In een workshop met Laurens en SOR zijn vier uiteenlopende strategieën verkend voor beheer en invulling van de plint. Ook zijn de transformatiemogelijkheden van het gebouw voor het realiseren van zelfstandige appartementen in beeld gebracht.
Deze pilot maakt deel uit van de stadsbrede inventarisatie van zorghuisvesting voor verpleging en verzorging.