Sociale werkplaatsen bieden mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt de mogelijkheid zich te ontwikkelen en naar vermogen te werken. De meeste sociale werkplaatsen liggen in Noord of aan randen van de stad, ver weg van de bewoners en bedrijven op Rotterdam-Zuid. Zou zo’n werklocatie niet veel beter functioneren in het hart van de stad, dichtbij wonen en werken? In het project Station op Zuid onderzoeken we met de gemeente Rotterdam en Stichting Handelscompagnie Sluisjesdijk of het mogelijk is een sociale werkplaats te ontwikkelen in het RET-complex op de Sluisjesdijk, op het scharnierpunt tussen de dichtbevolkte woonwijk Charlois en het werkgebied van de Waalhaven.
Steuntje in de rug
De beoogde sociale werkplek Station op Zuid moet plaats gaan bieden aan circa 1300 medewerkers en werkzoekenden. Die werken onder eigen dak, maar ook gedetacheerd bij bedrijven, leerpraktijkcentra en opleidingen in de omgeving. De doelgroep bestaat voor het merendeel uit Rotterdammers die al aan het werk zijn, maar een steuntje in de rug nodig hebben om te blijven werken of zich verder te ontwikkelen. Door leren en ontwikkelen te stimuleren, wordt er samen met ondernemers en bedrijven uit de stad voor gezorgd dat iedereen op vaste basis kan meedoen en kan bijdragen naar vermogen. Nauwe samenwerking met ondernemers en onderwijsinstellingen in de omgeving is dan ook belangrijk. Het ontwikkelbedrijf valt onder het gemeentelijk programma Rotterdam Inclusief.
Ruimtelijke eisen
Voor de werkplaats is een ruime locatie nodig voor werkplaatsen, trainingsruimten, spreekkamers, kantine, toiletten en kleedkamers, etc. Op de locatie moeten assemblage- en productiewerkzaamheden kunnen worden uitgevoerd. Uitgangspunt is dat het ontwikkelbedrijf onderdeel uitmaakt van de wijk, op een toegankelijke en herkenbare plek.
Het idee is om de ontwikkeling te starten met het realiseren van werk- en leerplaatsen (3.500 m2). De vervolgfase (12.000 m2) moet ruimte bieden aan partnerbedrijven en start-ups en kan ontwikkeld worden met gebruikmaking van bouwgerelateerde werkleertrajecten die dan in gang zijn gezet.
Deze ruimtelijke eisen zijn deels de neerslag van drie werksessies in de periode september 2022 – januari 2023 waarin met diverse experts is gesproken over toegankelijkheid en inclusiviteit van de arbeidsmarkt. Daarbij ging het over de sociale enruimtelijke condities voor een ontwikkelbedrijf en de vestigingsmogelijkheden voor het realiseren van een dergelijke plek.Een van de werksessies was openbaar voor publiek en vond plaats tijdens het Stadmakerscongres 2022 in Theater Zuidplein.
RET-Complex Sluisjesdijkpier
Veldacademie onderzoekt met de gemeente en de stichting Handelscompagnie Sluisjesdijk of het RET-complex op de kop van de Waalhaven en de Sluisjesdijk een geschikte locatie kan zijn voor de beoogde sociale werkplaats.
Het complex is halverwege de twintigste eeuw gebouwd in opdracht van de N.V. Handelscompagnie, die scheeps- en industrieartikelen produceerde en verhandelde. Het bestaat uit drie onderdelen: een kantoorgebouw (waar onder andere de Veldacademie en anderen bedrijven en instellingen al kantoor houden en activiteiten organiseren), een woning en een werkplaats. Het gebouw vormt een beeldbepalend ensemble, en fungeert als poort naar de Sluisjesdijkpier. De bij het complex behorende hallen waren grotendeels in gebruik door de RET, maar komen op termijn leeg te staan.
Het gebouw staat op een scharnierpunt tussen wijk en haven, tussen wonen en werken. Dit maakt het tot een interessante plek voor een sociaal ontwikkelbedrijf: dichtbij de doelgroep en met mogelijkheid voor samenwerking met bedrijven. Aan de ene kant ligt de wijk Charlois, met 70.000 inwoners, ontsloten door de Maastunnel. Aan de andere kant de Waalhaven, met operationele voorzieningen en plek voor logistieke, industriële, maritieme en zakelijke dienstverlening en maritieme industrie. Werkgevers en werknemers zitten er dus vlak bij elkaar.
Openbaar of beschut?
Een sociale werkplaats midden in de wijk Charlois biedt onmiskenbaar voordelen. De rol van Veldacademie is om de sociaal-ruimtelijke opgave verder te onderzoeken. Hoe kan de plek optimaal benut worden voor de omgeving en de mensen die er wonen en werken? Wat is de mate van openbaarheid en menging op zo’n locatie? Is beschutting wenselijk, of is het ook mogelijk een zekere mate van doorloop te prefereren? Om deze vragen concreter te maken zijn twee contrasterende varianten verkend, met een verschillende mate van openbaarheid: ‘zichtbaar maar beschut’ en ‘toegankelijk en gemengd’.
Handen van Zuid & Talent Lab
Het projectteam bestaat onder andere uit twee oud afstudeerders van Veldacademie/TU-Delft, Anne Sophie Wouters en Rosemiek van der Linden, die voor Veldacademie onderzoek deden naar talentontwikkeling. Onder de noemer ‘De handen van Zuid’ onderzocht Rosemiek van der Linden hoe mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, maar met ambachtelijke vaardigheden, zich beter zouden kunnen ontwikkelen. Het project Talent Lab van Anne Sophie Wouters onderzocht de ruimtelijke voorwaardes om jongeren op Rotterdam-Zuid betere ontwikkelkansen te kunnen bieden.
Vervolg
Het RET-complex biedt een uitgelezen kans om de publieke waarde van dit maatschappelijk vastgoed (het pand is eigendom van de stad) verder te onderzoeken en te benutten. Dat betekent dat je onderzoekt welke publieke waarden van belang zijn voor het gebied en de herontwikkeling inzet om die publieke waarde te maximaliseren, liefst in dialoog met alle belanghebbenden, zoals werkgevers en werknemers, maar ook omwonenden. Hoe zou een sociale werkplaats op zo’n centrale plaats als ontwikkeltroef benut kunnen worden voor de omgeving en voor de mensen die daar wonen en werken? Wie en wat heb je daarvoor nodig?
De Veldacademie heeft de afgelopen jaren veel ervaring opgedaan met een methodiek voor waardebepaling, waarbij met een brede groep belanghebbenden handen en voeten wordt gegeven aan de toegevoegde waarde van maatschappelijk vastgoed voor een gebied. Veldacademie onderzoekt met Stichting Handelscompagnie Sluisjesdijk of een dergelijke aanpak ook gebruikt kan worden bij deze herontwikkeling.