De jeugd in Rotterdam Zuid heeft een beperkt referentiekader. Door het gebrek aan culturele faciliteiten op Zuid ontbreekt het hen aan voorbeeldfuncties en participatiemogelijkheden, waardoor deze kinderen minder geprikkeld worden in het ontwikkelen van hun eigen talenten. Door het inzetten van kunst en cultuur op wijkniveau kan de jeugd in de Tarwewijk beter begeleid worden in hun zoektocht naar hun eigen talenten, wat leidt tot betere kansen op de arbeidsmarkt. Het afstudeerproject 'Talent Lab Tarwewijk' van Anne-Sophie Wouters functioneert hierin als platform om de behoeften van de jeugd en het culturele netwerk van Rotterdam samen te brengen.
Campus Tarwewijk
Context
De Tarwewijk ligt op een kansrijke locatie in Rotterdam Zuid: de wijk vormt de driehoek tussen het nieuwe Hart van Zuid, de toekomstige Cultuurcampus op Zuid (gepland op Charloisse Hoofd), en de Maassilo. Alle drie zijn vooraanstaande locaties in de culturele ontwikkelingen op Zuid. Ook het NPRZ biedt de wijk nieuwe mogelijkheden. De leertijdverlenging, ingegaan per september 2019, geeft ruimte aan 10 extra lesuren per week op basisscholen, gericht op verbreding door sport en cultuur. De vraag voor Tarwewijk is; hoe kunnen deze kansen optimaal benut worden
Onderzoek
Uit het onderzoek komen twee duidelijke problemen naar voren die de Tarwewijkse jeugd belemmeren in het benutten van hun kansen:
- Drempelvrees door de (sociale en ruimtelijke) afstand tot het culturele netwerk
- Een beperkt referentiekader doordat cultuureducatie beperkt blijft tot binnen de muren van het klaslokaal
De geplande culturele faciliteiten liggen aan de randen van de wijk en zijn grootschalig. Hierdoor blijken zij moeilijk bereikbaar voor de Tarwewijkse jeugd: door leeftijd en beperkt sociaal netwerk zijn zij zeer afhankelijk van hun directe omgeving. Interviews met jeugd en cultuur-/buurtexperts wijzen uit dat zowel deze ruimtelijke als sociale afstand tot culturele faciliteiten zorgen voor drempels in de cultuurparticipatie van de jeugd.
De nieuw aangeboden leertijdverlenging is daarentegen zeer toegankelijk voor de jeugd door de directe connectie met de scholen, maar beperkt cultuureducatie tot binnen de schoolmuren. De huidige invulling van deze extra lesuren draagt daardoor niet bij aan het verbreden van het referentiekader van de jeugd, een belangrijke factor in het stimuleren van talent ontwikkeling.
Om de drempelvrees die de jeugd ervaart te overkomen, moeten mogelijkheden en kansen zichtbaar worden in de wijk zelf, moet er ruimte worden gemaakt voor eigen initiatief en een programma georganiseerd dat dichtbij de jeugd staat. Door het organiseren van educatie buiten het klaslokaal wordt de jeugd in contact worden gebracht met rolmodellen en het culturele netwerk van de stad. Het inspelen op het leren door ervaring (experience-based learning) moet hierin het uitgangspunt zijn: door de jeugd meer ruimte te geven om te experimenteren en te ontdekken zal de talent ontwikkeling versterkt worden.
Ontwerp
Het ontwerp voor het Talent Lab dat uit deze conclusies voort is gekomen beoogt zowel de talentontwikkeling van de jeugd te versterken, als de publieke ruimte in de wijk te verbeteren. De meeste openbare plekken zijn nu ongedefinieerd; door het toevoegen van specifieke activiteiten en gebruikersgroepen krijgen deze betekenis. Zo ontstaat een podium, een speelplaats, een tentoonstelling, etc. Iedere plek met een eigen karakter maar opgebouwd uit hetzelfde herkenbare element: het Urban Framework.
Het Mijnsherenplein, de ontwerplocatie, is in deze openbare plekken de meest publieke: midden in de wijk, waar veel verschillende bewoners en bezoekers van binnen en buiten Tarwewijk bij elkaar komen. Dit publieke karakter wordt benut en versterkt in het Talent Lab, dat functioneert als platform om jeugd, rolmodellen en cultureel netwerk elkaar te laten raken.
Om te zorgen dat een bezoek aan het Talent Lab ook daadwerkelijk een leerzame ervaring wordt, is het ontwerp gebaseerd op de uitgangspunten van een experience-based leerproces. Deze vorm van leren vraagt om een aantal specifieke onderdelen: een prikkel, ervaringen, reflectie en herinnering; de beleving van het gebouw volgt deze stappen.
- De basis van het ontwerp is het overkomen van de drempelvrees. Een transparante, publieke galerij zorgt voor nieuwe prikkels. Door het inzetten van het artist-in-residence principe krijgen rolmodellen de kans zich te ontwikkelen, terwijl zij een herkenningspunt vormen voor jeugd en zorgen voor sociale controle.
Een café en buurtkeuken zorgen voor connectie met de jongeren die niet intrinsiek gemotiveerd zijn om een culturele faciliteit te bezoeken, maar wel opzoek zijn naar een eigen plek in de wijk.
- De tweede laag van het gebouw bestaat uit vier ervarings-kamers: een bibliotheek, verschillende makerspaces, een ruimte voor beweging en een theater, met het doel om verschillende tools te leren die nodig zijn voor culturele expressie. Verschil in vorm, licht en materialiteit zorgt ervoor dat de zintuigen steeds een nieuwe prikkel krijgen, wat de ervaring versterkt.
- Deze ervarings-kamers zijn verbonden door de reflectie zone: een doorlopende ruimte die plek biedt om tot rust te komen, elkaar te ontmoeten en na te praten over de ervaring.
- De geleerde tools kunnen vervolgens worden toegepast door zelf iets te maken en te laten zien aan anderen: door het zelf toe te passen is hoe de herinnering ontstaat. Deze krijgt plaats op de begane grond als tentoonstellingsruimte aan de galerij: op deze manier functioneren de nieuwe projecten van de jeugd weer als prikkel voor anderen en is de cirkel rond.