Steeds vaker benadrukken politici en beleidsmakers het belang van het creëren van thuisgevoel bij buurtbewoners van wijken in grote steden. De toenemende etnische, culturele en sociaaleconomische verscheidenheid van bewoners in stedelijke wijken, bijvoorbeeld in Rotterdam, brengt hierin echter nieuwe uitdagingen met zich mee. Verschillende bronnen suggereren dat diversiteit binnen dergelijke wijken ervoor kan zorgen dat bewoners een verminderd samenhorigheidsgevoel hebben en dat vertrouwen in medebuurtbewoners laag is.
Binnen Rotterdamse wijken worden dan ook verschillende projecten en initiatieven opgestart met als doel het verhogen van het thuisgevoel van diverse groepen Rotterdammers. Eén van de instrumenten daarbij is het delen van verhalen en het organiseren van wandelingen om de wijk te leren kennen. De laatste jaren lijkt er een trend te zijn ontstaan in het inzetten van storytelling als middel om verbindingen tussen individuen tot stand te laten komen. Het uitwisselen van verhalen laat bewoners kennis maken met hun wijk en kan helpen om sociale interactie tussen bewoners op gang te brengen en verbindingen tussen hen te laten ontstaan. Door routes te lopen door de wijk zouden individuen tevens vertrouwd kunnen raken met de fysieke omgeving, waardoor de combinatie van storytelling met routes ook bij zou kunnen dragen aan de fysieke dimensie van thuis-maken.
De WijkCollectie is een voorbeeld van een initiatief waarbij bewoners door de wijk wandelen en verhalen uitwisselen met andere bewoners, initiatiefnemers en organisaties. Om te begrijpen hoe verhalen en routes kunnen bijdragen aan beide facetten van thuisgevoel, luidt de onderzoeksvraag als volgt: Op welke manier dragen verhalen en routes bij aan het fysiek en sociaal thuis-maken van deelnemende bewoners in Rotterdamse wijken?
Maatschappelijke relevantie
De WijkCollectie lijkt een unieke benadering te hebben door met verhalenwandelingen storytelling te combineren met routes, in vergelijking met Den Haag, waar dit niet wordt gedaan. Hierdoor zou het Rotterdamse initiatief ook impact kunnen hebben op fysiek thuisgevoel naast sociaal thuisgevoel in de wijk. De ervaringen van deelnemende bewoners met het uitwisselen van verhalen in combinatie met het lopen van routes door de wijk zijn daarom maatschappelijk relevant voor beleidsmakers en initiatiefnemers van projecten die zich focussen op het versterken van thuisgevoel in wijken. Het is voor hen belangrijk om manieren te vinden waarop bewoners zich thuis kunnen maken door zowel fysieke hechting aan plekken als sociale samenhang.
De uitkomsten van dit onderzoek zijn niet alleen relevant voor Rotterdamse wijken, maar ook voor wijken in andere diverse steden die zoeken naar nieuwe strategieën om individuen te helpen zich thuis te kunnen maken. Hierbij is het interessant om te zien of individuen met verschillende sociaaleconomische en etnische achtergronden vertegenwoordigd zijn in een dergelijk initiatief. Het staat namelijk niet vast dat deelnemers van diverse afkomst zijn, waardoor vooraf niet te voorspellen is of de activiteit inclusief is of niet.
Thuisgevoel
Het belang van thuisgevoel is in onderzoek meermaals aangetoond, waardoor in de politiek en het beleid hier de laatste tijd meer aandacht voor is gekomen. Uit onderzoek blijkt namelijk dat het thuis kunnen maken van bewoners van positieve invloed is op hun woongenot en binding met de wijk, wat er uiteindelijk voor kan zorgen dat mensen meer betrokken raken bij hun buurt, banden opbouwen met hun medewijkbewoners en samen collectieve actie ondernemen om hun wijk te verbeteren. In deze studie is onderzocht op welke manier routes en verhalen bij kunnen dragen aan het thuis kunnen maken van individuen. Hierbij zijn de verhalenwandelingen van de WijkCollectie als casus gebruikt.
Gebruikte methodieken
Enerzijds is actieonderzoek verricht waarbij de onderzoeker zelf meeliep met drie verhalenwandelingen van de WijkCollectie in Bospolder-Tussendijken, Hillesluis en Tarwewijk. Tijdens en na het wandelen is gesproken met deelnemers om te achterhalen hoe zij de wandeling hebben beleefd. Ook tijdens de ontmoetingen en het wandelen is geobserveerd hoe deelnemers reageerden op elkaar en op de omgeving. Anderzijds zijn diepte-interviews afgenomen met twaalf deelnemers aan de verhalenwandelingen
Resultaten
Uit de interviews blijkt ten eerste dat het meedoen aan de verhalenwandeling voor veel geïnterviewden heeft bijgedragen aan het fysiek thuis-maken, oftewel het ontwikkelen van place attachment. Verschillende deelnemers hebben nieuwe plekken en routes ontdekt, waardoor zij meer kennis op hebben gedaan over de omgeving van de wijk en de betekenis van de locaties hebben leren kennen. Sommige geïnterviewden zijn teruggekeerd naar de locaties van de verhalenwandeling en zijn zich hier vaker gaan begeven. Voor enkele geïnterviewden hebben verhalen en routes echter geen grote invloed gehad op hun fysieke thuisgevoel.
Ten tweede hebben de verhalenwandelingen op het vlak van sociaal thuis-maken verschillende zaken teweeg gebracht. Zo legden de geïnterviewden uit dat zij met andere wandelaars in contact zijn gekomen vanwege de laagdrempeligheid van de activiteit. Er werden veel gesprekken gevoerd tijdens de wandeling, wat deelnemers hebben gewaardeerd. Er zijn echter geen diepgaande contacten gelegd onder de wandelaars, wat mede te verklaren is door de 25 ondervertegenwoordiging van wijkbewoners bij de verhalenwandelingen. De geïnterviewden hebben door de verhalenwandeling wel kennis gemaakt met de diverse mensen achter voordeuren, initiatieven en organisaties. Verder zijn de geïnterviewden zich meer verbonden en thuis gaan voelen in de wijk, doordat de verhalenwandeling hen een beter beeld gegeven heeft van wat er allemaal speelt in de wijk. Voor enkele geïnterviewden bleef echter een gevoel van verbinding en familiariteit uit; voor hen heeft hun eenmalige deelname niet bijgedragen aan een groter thuisgevoel. Dit is voor deze geïnterviewden ook te verklaren door het hebben van een verspreid sociaal netwerk buiten de wijk en minder behoefte aan lokale betrokkenheid (Wellman, 1983).
Tot slot gaven de geïnterviewden aan de diverse verhalen interessant en verbindend te vinden. Het zien en horen van medewijkbewoners met verschillende achtergronden die op locatie hun verhaal vertelden, gaf de geïnterviewden meer inzicht in hoe deze mensen leven en zich inzetten voor de wijk, wat tevens heeft gezorgd voor een trots gevoel op de stad en de wijk. Een inkijkje in elkaars leven en het horen van het verhaal zorgde volgens geïnterviewden voor meer begrip voor de ander. Het delen van verhalen draagt bij aan gedeelde betekenisgeving tussen diverse individuen waarmee empathie tegenover de ander wordt opgewekt. Het publiek dat op de verhalenwandeling af kwam was daarentegen volgens bijna alle geïnterviewden niet erg divers, wat zij graag anders hadden willen zien
Kansen voor vervolgonderzoek
Een eerste aanbeveling is het meenemen van perspectieven van andere betrokkenen naast die van de wandelaars. Door bijvoorbeeld ook verhalenvertellers te interviewen kan achterhaald worden hoe zij de activiteit vanuit hun oogpunt beleven en de impact ervan zien op zowel de wijk als hun eigen thuisgevoel. Op deze manier zou de impact van een activiteit op basis van verhalen en routes nog beter in beeld gebracht kunnen worden.
Ten tweede zou nader onderzocht kunnen worden waarom bepaalde groepen niet in groten getale deelnemen aan de verhalenwandelingen. Ligt dit bijvoorbeeld aan de organisatie achter dergelijke initiatieven en de communicatie naar buiten toe, of hebben bepaalde groepen specifieke redenen om niet deel te nemen aan deze activiteiten? Het zou interessant zijn om deze oorzaken onder de loep te nemen zodat meer inzicht ontstaat in hoe organisaties van dergelijke wijkinitiatieven hierop in kunnen spelen om uiteindelijk meer diverse groepen wandelaars te creëren.