Maatschappelijke organisaties gooien de deuren steeds vaker open voor de buurt, zodat mensen elkaar daar kunnen ontmoeten, in de hoop dat er “iets moois” ontstaat. Maar dat moois ontstaat lang niet altijd vanzelf: het zijn snel dezelfde mensen die je tegenkomt. In de scriptiewerkplaats Publiek Vastgoed gaan we op zoek naar ontmoetingsplaatsen waar mensen uit verschillende groepen daadwerkelijk sociaal en cultureel kapitaal uitwisselen. In de scriptiewerkplaats verdiepen we ons in de vraag “Wat is de publieke waarde van maatschappelijk vastgoed?” We zijn op zoek naar vier studenten die vanaf januari 2016 onder begeleiding van Veldacademie af willen studeren.
De publieke waarde van maatschappelijk vastgoed
Nederland kent net zoveel maatschappelijk vastgoed als de totale hoeveelheid kantoor- en winkelvoorraad tezamen. Globaal gaat het om een oppervlakte van 85 miljoen vierkante meter. Maatschappelijk vastgoed is publiekelijk gefinancierd onroerend goed dat nodig is om collectieve doelen te realiseren. Denk aan sportgebouwen, theaters, scholen en wijkgebouwen, maar ook gevangenissen en sociale woningbouw worden tot het maatschappelijk vastgoed gerekend (Van Leent, 2012).
Door bezuinigingen, demografische ontwikkelingen en technische veranderingen staan veel maatschappelijke voorzieningen onder druk. Verzorgingshuizen worden gesloten, scholen samengevoegd, bibliotheken verdwijnen. Vaak wordt er alleen vanuit een eenzijdig financieel perspectief gekeken naar wat er moet gebeuren met deze gebouwen. Maar ze kunnen ook een publieke waarde hebben.
De onderzoeker Marc van Leent (2012) heeft het in deze context over publiek vastgoed. Dat zijn gebouwen met een publieksfunctie die zowel ontmoetingsplaats als marktplaats zijn. Een marktplaats in de brede zin: er worden niet alleen goederen geruild tegen geld, maar juist ook sociaal en cultureel kapitaal uitgewisseld. Volgens Van Leent versterken de functies ontmoetingsplaats en marktplaats elkaar: dan ontwikkelt publiek vastgoed zich tot een ‘vitaal knooppunt’ in onze netwerksamenleving. Een goed voorbeeld voor zo’n vitaal knooppunt is de Leeszaal Rotterdam West. Omdat functies hier vermengd zijn en mensen uit verschillende netwerken elkaar ontmoeten, ontstaan allerlei nieuwe activiteiten en initiatieven (Van der Zwaard & Specht, 2015).
Steeds meer maatschappelijke voorzieningen proberen functies te combineren. Zo bieden sommige woonzorgcentra niet alleen zorg aan ouderen, maar hebben ze ook een restaurant waar buurtbewoners elkaar ontmoeten. Scholen geven niet alleen onderwijs aan kinderen, maar zijn ook een ontmoetingsplek voor ouders. Lukt het deze instellingen, die traditioneel meer gesloten zijn, om de deuren te openen en daadwerkelijk publieke waarde te creëren?
Aan welke onderzoeksvraag ga je werken?
In de scriptiewerkplaats Publiek Vastgoed bekijken we hoe en waarom gemeenschapsvorming plaatsvindt in de publieke ruimte van een maatschappelijke voorziening. We selecteren verschillende casussen, bijvoorbeeld een zorggebouw in een rurale omgeving en een school in een urbane omgeving, zodat we aan het eind een rijk beeld hebben van publieke voorzieningen. In elke casus bekijken we hoe de sociale structuur in elkaar zit, welke publieke functies het gebouw vervult, of er sprake is van uitwisseling van cultureel en sociaal kapitaal en hoe de relatie is met publieke functies in de nabije omgeving.
Hoe gaat een scriptiewerkplaats in zijn werk?
In een scriptiewerkplaats doe je samen met kleine groep studenten onderzoek naar een gemeenschappelijk thema. Je werkt daarbij je eigen casus uit. De scriptiewerkgroep vindt plaats op de Veldacademie, komt wekelijks bij elkaar en wordt begeleid door de Veldacademie. We helpen je om contact te leggen met sleutelfiguren, je onderzoek uit te voeren en bij de data-analyse. Daarnaast helpen we je om tot praktisch bruikbare resultaten te komen. De docent van je opleiding begeleidt je vakinhoudelijk.
Je kunt werken in het atelier van de Veldacademie, in de voormalige RET remise aan de Waalhaven op Rotterdam-Zuid. Voor het onderzoek maak je gebruik van kwalitatieve methoden. Dataverzameling doe je door middel van participerende observatie, informele gesprekken en diepte-interviews.
Tijdpad en voorbereiding
De scriptiewerkplaats start in de derde week van januari 2016 en loopt tot eind juni. In januari en februari werken we aan het onderzoeksvoorstel, in maart en april voeren we het veldwerk uit, mei en juni zijn analyse en uitwerking van het onderzoek. Het is de moeite om al in november te starten met de voorbereiding. Dan zijn er oriënterende excursies naar alle gebouwen, binnen en buiten Rotterdam. Zo kun je al voor de officiële start in januari kennismaken met sleutelfiguren van het te onderzoeken gebouw. Dit geeft hen alvast gelegenheid om de veldwerkperiode globaal te plannen waardoor jij na het indienen van de onderzoeksopzet meteen aan de slag kunt met je onderzoek.
Wat wordt er verder van je verwacht?
In de afstudeerperiode organiseer je samen met andere studenten een expertmeeting of een workshop voor stakeholders. Daarnaast schrijf je mee aan een artikel over je onderzoek, bijvoorbeeld voor Erasmus Magazine of Vers Beton. Wij ondersteunen jou hierbij.
Iets voor jou?
We zijn op zoek naar betrokken en ondernemende studenten die zich in hun studie bezighouden met sociaal-ruimtelijke vraagstukken. Misschien ben je socioloog, sociaal geograaf, of juist een bouwkundestudent? Je betrokkenheid en ondernemingszin zet je in om actief de onderzoeksopdracht uit te pluizen en in gesprek te gaan met de betrokkenen. We verwachten dat je actief deelneemt aan de groepsbijeenkomsten en het leuk vindt om met andere studenten samen te werken!
Meld je aan
De volgende scriptiewerkplaats begint in september 2016. Meedoen? Schrijf een motivatiebrief aan Ruth Höppner van de Veldacademie: ruth@veldacademie.nl en geef daarbij ook op wat je gemiddelde cijfer is op de mastervakken. We zien je sollicitatie graag tegemoet!