In 2050 is Rotterdam een stad zonder afval - dat is de ambitie van de gemeente Rotterdam. Maar hoe wordt dat bereikt als nu slechts dertig procent van het huishoudelijk afval door bewoners gescheiden wordt? Veldacademie deed onderzoek onder verschillende groepen Rotterdammers om inzicht te krijgen in hun afvalscheidingsgedrag.
Circulaire economie
In 2050 moet Nederland helemaal circulair zijn. Dit stelt het kabinet in het programma Circulaire Economie. Afval bestaat dan niet meer – alles wordt hergebruikt. Ook Rotterdam gaat voor ‘circulair’ en beschouwt zich zelfs als een living lab voor de circulaire economie. Tot 2030 wil de gemeente Rotterdam het gebruik van fossiele grondstoffen halveren en in 2050 helemaal afvalvrij zijn. Een speerpunt is het voorkomen van huishoudelijk afval en het hergebruiken en recyclen van zoveel mogelijk grondstoffen. Dit is een grote uitdaging, zeker als je bedenkt dat nu slechts zo’n dertig procent van het huishoudelijk afval in Rotterdam gescheiden en hergebruikt wordt.
Vervolg op Gesprek met de stad
Veel Rotterdammers zien het belang en de urgentie van een duurzame leefstijl onder ogen en proberen duurzamer te leven. Maar er is ook een groep Rotterdammers die er nog maar weinig mee bezig is. Hoewel een groot deel van de milieuproblematiek veroorzaakt wordt door het individuele consumptiegedrag van burgers, vinden veel bewoners dat vooral de grote vervuilers moeten worden aangepakt en de overheid maatregelen moet nemen. Dat zijn enkele uitkomsten uit het onderzoek Gesprek met de stad, een onderzoek naar het toekomstbeeld van negenduizend Rotterdammers, dat liep van januari tot juni 2017.
In het onderzoek Rotterdam afvalvrij: wat vinden bewoners? wordt het thema ‘afvalscheiding’ zoals dat in Gesprek met de stad naar voren kwam verder uitgediept. Want als zoveel Rotterdammers duurzaamheid belangrijk vinden – hoe kan het dan dat er in Rotterdam zo weinig huishoudelijk afval wordt gescheiden?
Bewonersgesprekken
We hielden acht groepsgesprekken waaraan in totaal zeventig bewoners deelnamen. De groepen stelden we samen op basis van criteria die van invloed kunnen zijn op afvalscheiding, zoals woningtypologie, leefstijl, leeftijd en woonwijk. De gesprekken werden gevoerd op basis van een semigestructureerde vragenlijst met hoofd- en vervolgvragen op de onderwerpen beleving en drijfveren, gedrag, wensen en behoeftes en concrete ideeën.
Resultaten
Voor een afvalvrij Rotterdam is een volgens alle deelnemende bewoners een grote mentaliteitsverandering nodig - van consumenten, de overheid én het bedrijfsleven. Voor de meeste deelnemers betekent een afvalvrij Rotterdam een stad zonder zwerfvuil. Een schone stad motiveert alle Rotterdammers om bewuster met afval om te gaan. Daarnaast zijn er grofweg drie doelgroepen voor het afvalbeleid: hoog gemotiveerde ‘veel-scheiders’, een diverse groep ‘normaal-scheiders’ en een groep die weinig tot niets scheidt.
Veel bewoners scheiden afval omdat ze zich grote zorgen maken over de toenemende milieuvervuiling. Voor anderen is afval scheiden en verminderen een ‘goede gewoonte’, omdat dit zo hoort of omdat ze ermee zijn opgevoed. Maar er zijn ook bewoners die er simpelweg geen zin in hebben. Opvallend genoeg werkt de Rotterdamse directheid niet als het gaat over vervuiling van openbare ruimte of afvalscheiding: daar spreken we elkaar niet of nauwelijks op aan. Daarnaast vinden veel bewoners afval scheiden ingewikkeld. De regelgeving is niet duidelijk, informatie soms tegenstrijdig en men voelt zich overvraagd door de grote hoeveelheid afval en diversiteit aan materialen.
Wat kunnen we doen? In ieder geval bewoners beter informeren en zorgen voor meer en beter bereikbare containers en milieuparken. Afval scheiden moet voor iedereen makkelijk zijn. Daarnaast is opvoeding en voorlichting volgens de bewoners relevant, het moet een gewoonte worden. Ook kan de gemeente zelf veel meer doen door kritisch naar de eigen uitvoering te kijken. En we kunnen gedrag van bewoners op allerlei manieren beïnvloeden, bijvoorbeeld door goed gedrag te belonen. Veel bewoners pleiten ook voor meer handhaving en boetes. Maatregelen zijn waarschijnlijk effectief als ze op drie niveaus inzetten: de motivatie van bewoners verhogen, afval scheiden heel makkelijk maken en bewoners gericht aansporen of verleiden om meer afval te scheiden.
Foto's: Arnoud Verheij, Jan van der Ploeg