Het matige onderhoud aan woningen in particulier eigendom in Rotterdam Zuid is een bekend probleem. Samenwerking in kleine Verenigingen van Eigenaars (VvE's) is vaak problematisch. Het ontbreken van financiële of organisatorische capaciteiten van één bewoner kan ervoor zorgen dat een heel portiek stagneert. Tjeerd Leijten onderzocht welke strategieën kansrijk zijn om dit probleem te bestrijden.
Woningeigenaren op Zuid delen vrijwel altijd hun voordeur en hun gemeenschappelijk onderhoud met andere woningeigenaren. Dit onderhoud ligt in handen van de Vereniging van Eigenaars. Binnen deze Vereniging komen uiteenlopende sociale problemen voor. Denk bijvoorbeeld aan taalbarrières, armoede, huisjesmelkers en onwelwillendheid. Zonder bestuur, begroting of een andere vorm van structuur loopt het proces vast en blijft het onderhoud achter. Naast de sociale problemen is de grootte van de huidige VvE klein. Uit ervaringen van deskundigen blijkt dat juist de kleine VvE’s kwetsbaar zijn. Een ruime meerderheid van de VvE’s valt onder deze kwetsbare categorie. Dit heeft er de afgelopen jaren toe geleid dat noodzakelijk onderhoud uitbleef. Dit kan en zal leiden tot gevaarlijke woonsituaties.
Volgens het onderzoek van Tjeerd Leijten kan dit probleem verminderd worden door Verenigingen van Eigenaars samen te laten werken onder het beheer van een professionele VvE beheerder. Op deze wijze komen kosten lager te liggen door schaalvergroting (de vaste en de variabele kosten dalen aanzienlijk door staffelkortingen), worden de vergaderingen professioneel geleid, worden besluiten afgedwongen en worden reële bedragen gespaard. Naast de kwaliteit van de VvE wordt er een sociaal voordeel verwacht. Beter contact tussen buren zal het wooncomfort en het veiligheidsgevoel verbeteren en op de lange termijn een aanzienlijke kwaliteitsslag bewerkstelligen .