Een hardnekkig probleem in sociaal kwetsbare wijken is dat gezinnen met kinderen, hoger opgeleiden en hogere inkomensgroepen wegtrekken, terwijl minder kansrijke groepen in de wijk blijven. Dit fenomeen heet selectieve migratie en de gemeente voert actief beleid om dit tegen te gaan. Bijvoorbeeld door het bouwen van grotere koopwoningen. De wijk Carnisse op Rotterdam Zuid is zo’n wijk. Hier verhuist 34% van de bewoners binnen twee jaar terwijl dat voor heel Rotterdam maar 24% is.
Onderzoek
Is het mogelijk deze groepen te behouden voor de wijken op Zuid? En waarom zijn ze er komen wonen? Vier studenten sociologie van de Erasmus Universiteit onderzochten de woonbeleving en verhuisgeneigdheid van ruim vijftig bewoners: starters, jonge gezinnen en middeninkomens in Carnisse.
Onderzoek naar deze groepen is relevant. Starters op de woningmarkt en gezinnen met jonge kinderen staan aan het begin van hun wooncarrière. Zij staan vaker voor de keuze om te verhuizen omdat de woonbehoeftes veranderen door inkomensstijging of gezinsuitbreiding. Maar er zijn ook bewoners met een hoger inkomen die deze keuze al hebben gemaakt en in de wijk zijn blijven wonen.
Resultaten
Bij de verhuisgeneigdheid en woonbeleving van de bewoners spelen verschillende factoren een rol, bijvoorbeeld de verbondenheid met de buurt, de sociale en culturele mix van bewoners en de veiligheidsbeleving maar ook praktisch zaken zoals financiële middelen, de keuze op de woningmarkt, het aanbod aan scholen en de nabijheid van voorzieningen en werkgelegenheid.
Verbondenheid
In de sociologische theorie spreekt men van sociale en fysieke verbondenheid. Sociale verbondenheid heeft te maken met de mate waarin bewoners sociaal actief zijn, bijvoorbeeld contacten hebben met buren of activiteiten in de wijk ondernemen. Maar ook hoe bewoners de sociale afstand ten opzichte van andere buurtbewoners beleven en hoe het gedrag van andere buurtbewoners wordt ervaren. Fysieke verbondenheid heeft te maken met de tevredenheid over woning, woonomgeving en voorzieningen en woonduur.
Sociale verbondenheid, zoals goed contact met de buren, is vooral relevant voor middeninkomens die al een stap in de wooncarrière hebben gezet. Zij wonen immers al in een huis dat aan hun wensen voldoet. Opvallend is dat bewoners zich vooral verbonden voelen met de eigen straat, het blok of de buurt en niet zo zeer met Carnisse als geheel.
Voor starters blijkt de fysieke verbondenheid belangrijker, ze kijken bijvoorbeeld meer naar de prijs-kwaliteitverhouding van de woning, de ligging en de bereikbaarheid met openbaar vervoer. Voor gezinnen wegen fysieke als de sociale aspecten even zwaar mee. Gezinnen die naar tevredenheid wonen zijn minder verhuisgeneigd en voelen zich meer verbonden met de wijk. Gezinnen die in een te kleine of slechte woning wonen zijn ook minder tevreden met de woonomgeving en noemen ook vaak sociale aspecten als redenen om te verhuizen.
Culturele en sociale mix
Veel bewoners geven aan de culturele en sociale mix in de wijk te waarderen. Diversiteit aan mensen wordt als heel positief ervaren, dat hebben ze liever dan nieuwbouwwijken waar iedereen hetzelfde is. Vooral de identificatie met Rotterdam-Zuid als ‘echte volkswijk’ met hard werkende mensen is groot. Wel is het belangrijk dat er een goede balans is van groepen en dat er gedeelde gedragsregels zijn die iedereen naleeft.
Veiligheidsbeleving
De meeste bewoners voelen zich veilig. Hiervoor ontwikkelen ze allerlei strategieën, zoals incidenten relativeren of bepaalde plekken in de wijk mijden. Bewoners geven aan dat ze zich in de eigen buurt veiliger voelen, daar weet je immers wie de ‘dorpsgek’ is of dat de hangjongere naast de supermarkt de neef is van een kennis. Zo leer je potentieel gevaarlijke situaties beter in te schatten.
Wie verhuizen waarom?
Vooral starters en jonge gezinnen blijken geneigd om te verhuizen. Meest doorslaggevend voor hen is de geschiktheid van de eigen woning. Maar ook de sociale afstand tot buurtgenoten, het gedrag van buurtgenoten en de geschiktheid van de woonomgeving voor kinderen spelen voor hen mee.
Middeninkomens die al langer in de wijk wonen geven aan niet te willen verhuizen. Een verandering in het werk of verslechtering van de gezondheid zou reden kunnen zijn om wel te verhuizen. Een andere reden zou kunnen zijn dat de wijk zou verpauperen of de veiligheid zou verslechteren.