Per 1 januari 2015 is de verantwoordelijkheid voor langdurige zorg gedeeltelijk overgeheveld van het rijk naar de gemeenten. Met deze decentralisaties gaan hervormingen gepaard, waaronder het scheiden van de financiering voor wonen en zorg en extramuralisatie van de lichtere zorg. Ouderen en mensen met een beperking blijven langer thuiswonen.
Voor verpleeghuizen en verzorgingshuizen hebben deze hervormingen grote consequenties: zij krijgen de huisvesting van cliënten met een lichte zorgvraag niet meer vergoed. Wat betekent dat voor de huisvesting?
Onderzoek
In dit onderzoek zijn alle Rotterdamse locaties voor verpleging en verzorging integraal in kaart gebracht. We kijken naar drie elementen: (1) zelfstandigheid van de huisvesting, (2) zwaarte van de geleverde zorg en (3) het voorzieningenniveau in de directe omgeving. Deze elementen bepalen samen de kansen en mogelijkheden van de gebouwen. Deze onderzoeksmethode is ook toegepast bij de inventarisatie van zorghuisvesting in de Gehandicaptenzorg en de Geestelijke Gezondheidszorg.
Resultaten
Uit de inventarisatie blijkt dat ruim veertig procent van de verzorgingshuizen en verpleeghuizen met leegstand te maken krijgt. Het gaat dan vooral om locaties die veel lichte zorg bieden. Zij moeten de leegstaande ruimtes een nieuwe bestemming geven, op de markt verhuren, of slopen.
U kunt een samenvatting van het rapport downloaden onderaan deze pagina. De volledige publicatie is als hardcopy beschikbaar: